Stel, je wilt dat je vriendin jouw woning en inboedel erft, maar je overige bezittingen liever aan je familie nalaat. Hoe regel je dat in je testament? Om die vraag goed te kunnen beantwoorden, is het belangrijk om het verschil te kennen tussen een erfgenaam en een legaat.
In een testament leg je vast wie jouw erfgenamen zijn en of er legaten zijn. Een erfgenaam wijs je aan door middel van een erfstelling. Een erfgenaam treedt eigenlijk in de plaats van de overledene en erft het hele vermogen of een aandeel daarin. Dat betekent dat een erfgenaam niet alleen de bezittingen erft, maar ook de schulden.
Bij een legaat werkt dat anders. Iemand die een legaat ontvangt, ook wel de legataris genoemd, heeft alleen recht op datgene wat in het testament specifiek is toegewezen. Dat kan van alles zijn: een woning, een auto, een geldbedrag of zelfs een recht, zoals het recht op vruchtgebruik. Een legaat moet worden uitgekeerd door de erfgenamen of de executeur die belast is met de afwikkeling van de nalatenschap.
Kort gezegd: een erfgenaam erft het geheel (bezittingen én schulden), terwijl een legataris alleen krijgt wat in het testament voor hem of haar is vastgelegd.
Wil je meer over moeilijke notaris termen leren, lees dan onze laatste blog over boedelomschrijving!
